De imker en haar bijen

Na al lange tijd gefascineerd te zijn door alles wat bloeit, groeit, vliegt en kruipt moest het er wel een keer van komen. De moestuin werd een aantal jaren geleden uitgebreid met een bijenvolk. Nog niet van mijzelf, want dat was toch wel een beetje spannend. Een imker mocht zijn bijenvolk in een hoekje van de tuin zetten. Al snel zoemde en gonsde het van de bijen en wat spannend was werd normaal. 

Tot de imker vertrok en samen met hem de bijen. Het bijenhoekje werd stil, ongezellig en raakte overwoekerd met brandnetels en bramenstruiken. Hoe hoger de brandnetels groeiden en hoe meer stekels de bramenstruiken kregen, hoe stiller het werd. 

Na lang wikken en wegen hebben mijn moestuinvriendin en ik ons aangemeld voor een kennismakingscursus bijenhouden. Die cursus leidde tot een volledige cursus en nu staan er twee bijenvolken van mezelf op de tuin en een derde kast om een zwermpje te kunnen huisvesten. 

Lokaal en kleinschalig. Eigenwijs en vol goede bedoelingen om duurzaam en bewuster te leven. Niet de opbrengst staat centraal, maar de leefomgeving en daarmee ook de keuzes die gemaakt worden. De uitgangspunten zijn simpel: In een omgeving die ziek is kun je geen gezonde bijen houden en in een omgeving die arm is kun je geen productie maken. Wat de bijen maken is eerst voor hunzelf en wat er over is, kan de imker gebruiken om verder te verwerken en te verkopen. 

Ik ben als imker dus niet alleen bezig met mijn twee volken, maar ik ben bezig met de hele leefomgeving. Als de omgeving gezond is, zijn mijn bijen gezond. In gunstige omstandigheden maken ze meer honing dan ze op kunnen en moet ik ervoor zorgen dat ze voldoende ruimte hebben om dat te doen. Ideaal gezien dus jaarlijks een paar potten honing en bijenwas, maar niet altijd. Deze producten worden verkocht om de bijenkasten en de omgeving te kunnen onderhouden. Dat is mijn imkerij in een notendop.